De Europese Commissie heeft vandaag een mededeling over energie-efficiëntie gepubliceerd.
De Europese elektriciteitsindustrie blijft zich inzetten om haar steentje bij te dragen aan energie-efficiëntie. Energie-efficiëntie is essentieel om het concurrentievermogen van de EU te vergroten, om elektriciteitsafnemers te helpen hun verbruik en kosten in de hand te houden en om bij te dragen aan het koolstofvrij maken van de maatschappij in het algemeen. Bovendien kan energie-efficiëntie een levensvatbare zakelijke kans zijn voor honderden leverings- en distributiebedrijven in heel Europa. Onze industrie promoot daarom al maatregelen die klanten helpen hun energieverbruik te optimaliseren en energie te besparen.
De ontwikkeling van dergelijke nieuwe bedrijfsmodellen, met inbegrip van energie-efficiëntie diensten en gedecentraliseerde opwekking, vereist energiewetgeving die naar behoren ten uitvoer wordt gelegd en toekomstgericht is. Het vereist ook een focus op kosteneffectiviteit: energie-efficiëntie moet worden geïmplementeerd tegen de laagst mogelijke kosten voor onze klanten en voor de maatschappij in het algemeen. Dit betekent dat:
- In de aanloop naar 2020 moet het energie-efficiëntie beleid van de EU zich toespitsen op twee belangrijke kwesties: de tenuitvoerlegging van de bestaande wetgeving en de versterking van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS), zodat deze de aanzet kan geven tot koolstofarme investeringen, inclusief energie-efficiëntie aan de aanbodzijde. Zoals in de mededeling van vandaag wordt erkend, zal een structurele hervorming van de ETS leiden tot investeringen in energie-efficiëntie op een marktgebaseerde en dus kosteneffectieve manier voor de sectoren die onder de ETS vallen, inclusief de elektriciteitssector.
- Voor 2030: De aanpak in het 2020-kader omvat een groot aantal overlappende instrumenten - sommige op bevel en controle, andere op de markt - om de overeengekomen doelstellingen te halen. Dit heeft de algehele kosteneffectiviteit ondermijnd. EURELECTRIC heeft de Commissie en de EU-lidstaten daarom herhaaldelijk opgeroepen om lering te trekken uit de opgedane ervaring en na 2020 een meer gestroomlijnde aanpak te volgen. Voor de aanbodzijde betekent dit dat het ETS de belangrijkste motor moet zijn voor investeringen in energie-efficiëntie, op basis van een ambitieuze broeikasgasreductie doelstelling van ten minste 40%. Voor bepaalde sectoren aan de vraagzijde, die niet altijd gevoelig zijn voor prijssignalen, kan bottom-up regulering gericht op specifieke acties voor specifieke sectoren nodig zijn. Tot slot zal ook de elektrificatie van de verwarmings-/koelings- en vervoerssectoren - zoals door de Commissie voorzien in haar stappenplan voor 2050 - zorgen voor een efficiënter energiegebruik en het koolstofvrij maken van deze sectoren mogelijk maken.